Lauren groeit op in een wat
hardvochtig gezin, er is veel aandacht voor haar grote broer die op het punt
staat door te breken als profvoetballer. Haar tweelingbroer Luuk drukt zijn snor en
gaat zijn eigen gang. Lauren voelt zich verloren, de pijn die ze voelt
bestrijdt ze door zichzelf te snijden. Er is opluchting door de fysieke pijn
die alle nare gevoelens voor even laat verdwijnen. Op school gaat het ook niet
flitsend, Lauren krijgt begeleiding van schoolpsycholoog Loes. Als er een
stageplek gevonden moet worden, zorgt Loes ervoor dat Lauren buddy wordt voor
een ernstig ziek jongetje dat al tijden in het ziekenhuis ligt.
Vijandig
De eerste gang naar het
ziekenhuis is voor Lauren een hel, ze weet zeker dat ze het niet aankan, buddy
zijn is niets voor haar. Maar de negenjarige Casper is zo blij met haar, ze kan
hem ook niet laten zitten. Door hem komt ze in contact met Jasmijn die ook in
het ziekenhuis opgenomen is. Jasmijn, van dezelfde leeftijd als Lauren, is beschermend naar Casper en soms ronduit
vijandig naar Lauren toe. Ondanks dat
moet Lauren veel aan Jasmijn denken en de gevoelens die daarbij horen verwarren
haar in hoge mate. Lauren heeft een vriendje, waarom denkt ze dan toch steeds
aan Jasmijn?
Identiteit
Maren Stoffels zet met
Lauren, Jasmijn en Casper drie hoofdpersonen neer die je niet snel zult
vergeten. Casper het zieke jongetje die
de jongste van de drie is maar soms meer wijsheid heeft dan de twee grote
meiden bij elkaar. Lauren en Jasmijn,
opgroeiende tieners op zoek naar hun identiteit waarbij Jasmijn Lauren ver
vooruit is. Stoffels verwoordt de kern van het boek prachtig in het motto dat
ze meegeeft: “als je jezelf niet herkent in de gezichten van de massa, ontstaat
het gevaar dat je niet denkt aan al het goede en mooie dat je bent, maar aan
dat ene dat je niet bent: zoals zij”. ‘Ik zie je tussen de wolken’ is als
kerntitel opgenomen in de Jonge Jury, een landelijk project waarbij duizenden middelbare scholieren hun stem uitbrengen
op hun favoriete boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten