11 juli 2017

‘Het probleem met bokken en schapen’ van Joanna Cannon

Het is de zomer van 1976,  de zomer van de hittegolf die Europa in haar greep hield.  De tienjarige Grace en haar even oude vriendin Tilly beleven die zomer de tijd van hun leven.  Grace is het nieuwsgierige typ, Tilly is een stuk rustiger, zij houdt meer het overzicht.  Samen gaan ze op zoek naar mevrouw Creasy. Deze buurvrouw is van het ene op het andere moment verdwenen. Ze ging op een zondagavond het huis uit en keerde nooit meer terug.  Grace en Tilly zien meneer Creasy zoeken naar zijn vrouw, als ze dat drie dagen aangezien hebben, komen ze in actie. De meisjes besluiten een onderzoek te gaan doen.

Vragen
Bij elk huis in hun doodlopende straat bellen ze aan en stellen vragen. Ongebruikelijke vragen die meestal ontwijkende antwoorden opleveren. Al snel hebben ze door dat geen huis  in hun straat zonder geheimen is,  iedereen heeft wel iets te verbergen.  Toch komt er langzaam maar zeker een stramien tevoorschijn,  een geheim dat met een voorval van tien jaar daarvoor te maken heeft en indirect tot de verdwijning van mevrouw Creasy heeft geleid. Maar zullen ze mevrouw Creasy terugvinden?  Is ze vermoord? Of is ze alleen maar vertrokken? Na twee maanden , als de hete zomer op zijn eind loopt en de regen eindelijk  de hitte verbreekt, volgt de verrassende ontknoping van de zoektocht van de twee meisjes.

Hints

Joanna Cannon, psychiater en wonend in het Peak District in Engeland, heeft met dit debuut een bijzondere roman geschreven, enerzijds een detective, anderzijds een boek over twee opgroeiende meisjes en hun ontwikkeling. Een verhaal over vriendschap, trouw en familiegeheimen.  Met piepkleine hints, vaak maar details,  wordt de lezer op het goede spoor gezet. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten