24 juli 2018

‘Johannes de parkiet’ van Mark Haayema en Medy Oberendorff


Johannes heeft een prettig rustig leven. Zijn kooitje bij Gijs is zijn wereld, op tijd eten en drinken, meer hoeft hij niet. Maar Gijs wil wel meer, hij bouwt een prachtige grote volière.  Johannes heeft geen idee wat hem te wachten staat, Gijs zet zijn kooi in de grote volière,  langzaam went Johannes een beetje aan zijn omgeving en voorzichtig stapt hij uit zijn kooi. Na een paar dagen zet Gijs een grote doos in de kooi, er komen allemaal piepgeluiden uit. Vreemd. Onheilspellend. Paniekerig vliegt Johannes door de grote kooi.  De piepers komen uit de doos, vijf zebravinken, ze pikken alles van Johannes in en eten rare dingen. Johannes is boos, ontstemd, wat moeten ze in zijn kooi?!

Volle bak
Het blijft niet bij de zebravinken, er komen twee ara’s, diamantduiven, Japanse meeuwen, Chinese dwergkwartels, zijdehoenders en een pauw bij.  Johannes beweegt niet meer, drinkt niet meer, eet niet meer. Als de honger toeslaat en hij toch een graantje gaat pikken, zit er als hij terugkomt een vreemde snoeshaan op zijn stok. Johannes ontploft van woede, hij begint te tieren en te schelden, iedereen moet opzouten, hij was het eerst in de kooi.  Het gegniffel van de andere vogels maakt hem nog bozer, in zijn woede valt hij een hoen aan.  Dan grijpt Gijs in en zet hem terug in het kleine kooitje. Daar zit hij dan, gevangen terwijl de andere vogels vrij rondscharrelen, hoe zal het ooit nog goed met hem komen?

Boodschap
De boodschap in dit prachtige prentenboek is duidelijk, soms vraagt het wat tijd en een open mind, maar vogels van verschillende pluimage kunnen aan elkaar wennen.  Wat in de volière geldt gaat ook in de mensenwereld op.  Mark weet op zijn bekende speelse manier het zware thema van discriminatie en uitsluiting van alle kanten te belichten.  De prachtige tekeningen van Medy Oberendorff verrijken het verhaal nog eens extra. Medy is wetenschappelijk illustratrice, elk veertje van elke vogel zit op de juiste plek. Toch weet ze ook de emoties goed te treffen, ik heb zelden een zo nukkige en boze parkiet gezien. En Gijs die we alleen op zijn rug zien, is daar enige gelijkenis met Herman van Veen?

17 juli 2018

'Anders mooi: leven met Pippa’ van Marlies Kieft


Journaliste en tekstschrijver Marlies Kieft en haar man Edwin zijn behoorlijk ondersteboven na de geboorte van hun eerste kind. Dochter Pippa heeft het syndroom van Down, vanaf dag één heeft Marlies het gevoel niet gewoon moeder te kunnen zijn, ze is moeder van een heel speciaal kind en wordt ook zo benaderd.  Talrijk zijn de lieve felicitaties bij de geboorte maar er zijn ook kaartjes met vreselijke missers, opmerkingen die haar door de ziel snijden. Marlies sluit Pippa gelijk in haar hart, Edwin heeft er wat meer moeite mee, hetgeen Marlies razend kan maken. Ze verwerken het beiden op hun eigen manier, het begrip voor de ander wordt zwaar op de proef gesteld, een verwijdering lijkt onvermijdelijk.

Vijftien
Inmiddels is Pippa vijftien, zijn er een jonger zusje en broertje, zijn Marlies en Edwin nog steeds bij elkaar, tijd om terug te kijken en te reflecteren.  De zorg voor Pippa was vaak zwaar, met de komst van zusje Jo werd het lichter. Jo haalde Pippa al snel in, Pippa kon zich echter goed aan Jo optrekken.  Voor Marlies werd het ook anders, ze werd naast een moeder met een speciaal kind nu ook een gewone moeder met een gewone dochter en later een gewone zoon.  Het veranderde ook haar relatie met Edwin, na een paar moeilijke en ingrijpende periodes van verwijdering bracht relatietherapie verheldering en verdieping in hun samenzijn. Ze functioneren nu als een goed geoliede machine als het op de gezondheid van de kinderen aankomt. De metgezellen ‘schuldgevoel’ en ‘niet goed genoeg’ staan echter maar zelden niet aan haar zijde, het leven met een kind met down blijft zwaar, het kost Marlies jaren om dat toe te geven. 

Trouw
Marlies kreeg van de redactie van Trouw het verzoek een artikel te schrijven over hoe het nou echt is om een kind met down te hebben.  Ze besloot in dat artikel haar ziel bloot te leggen, het mooie maar ook het rauwe te laten zien. Enorm veel reacties kreeg ze daarop, een aanmoediging haar verhaal ook in boekvorm te publiceren.  In een journalistieke en bondige stijl laat Marlies in ‘Anders mooi’ heel veel van zichzelf zien.  Boosheid, verdriet, onmacht, vreugde, vechtlust, het zelfportret van een jonge moeder die zich de onbekende wereld van down eigen moet maken ontroert en stemt tot nadenken.

10 juli 2018

‘Onder de paramariboom’ van Johan Fretz


Johannes Fretz gaat voor het eerst naar zijn moederland Suriname. Als kind van een Duits-Nederlandse vader en een Surinaamse moeder was hij altijd op Nederland gefocust, het heeft lang geduurd voor hij een gedachte aan Suriname wilde wijden. De wankele geestesgesteldheid van zijn ouders en hun vijandige houding naar elkaar maken bovendien dat hij al jong weet dat hij weinig steun van hen kan verwachten, hij is op zichzelf aangewezen. Nu hij eind twintig is en  beginnend schrijver en cabaretier, wordt hij uitgenodigd in Paramaribo net voor de verkiezingen een optreden te verzorgen. Het zal zijn eerste kennismaking met zijn moederland zijn. En zoals hij zijn moeder ooit beloofd heeft, zij zal hem op deze trip vergezellen. Voor haar is het een weerzien na veertig jaar. 

Identiteit
Suriname overweldigt hem, alle dagen dat hij er is dompelt hij zich in verwondering onder in de kleurrijke en relaxte  Surinaamse cultuur.  Hij maakt kennis met zijn familie daar, gaat  met zijn moeder op onderzoek naar de familiegeschiedenis, verkent de stad en omstreken, verbaast zich over de verkiezingscampagnes en over nog veel meer. Toch voelt Suriname, tot zijn grote verbazing, ook als thuis. Veel momenten roepen herinneringen op aan zijn jeugd, aan zijn kiftende ouders, aan de ongemakkelijkheid van vervelende vragen als  ‘Waar kom je echt vandaan’.  De reis wordt één grote verkenning van zijn identiteit: “Ik heb mijn leven evenzeer te danken aan barmhartigheid als aan tirannie, aan de kolonisten en aan de slaven, door mijn lichaam stroomt het bloed van bezetters, maar ook dat van de bevrijders”.

Lichtvoetig
Nu klinkt het net alsof ‘Onder de paramariboom’ een heel zwaar boek is, niets is minder waar.  Het is lichtvoetig geschreven, in vlotte, korte hoofdstukken,  soms leest het bijna als een cabareteske tekst. Hoe biografisch het is, is niet echt duidelijk, de scheidslijn tussen feit en fictie is voor de lezer moeilijk te maken in dit zeer lezenswaardige boek.

3 juli 2018

‘Het appartement aan Central Park’ van Fiona Davis


Het is 1884 als de dertigjarige Engelse Sara Smythe gevraagd wordt naar New York te emigreren. Als hoofd van de huishouding van een vooraanstaand Londens hotel heeft ze grote indruk gemaakt op één van de gasten, de Amerikaanse Theodore Camden. Hij is betrokken bij de bouw van het Dakota Building en denkt dat Sara geknipt is om daar dezelfde functie te gaan bekleden. Omdat weinig Sara aan Londen bindt en ze bovendien niet als haar moeder,  die als bijzit van een adellijke heer haar dochter alleen heeft grootgebracht en nu in een aftands huisje verpietert, wil eindigen, neemt ze het aanbod aan.  Groot is haar teleurstelling als ze de desolate ligging van het gebouw ziet, niets geen levendigheid van een grote stad. Dat verandert met de komst van de bewoners al snel, Sara krijgt het druk, niet alleen met het werk maar ook met de gehuwde Camden met wie haar relatie steeds hartelijker wordt.

Berooid
Honderd jaar later neemt Bailey Camden een baantje aan bij haar nicht Melinda. Bailey zit totaal aan de grond, een jaar in een afkickkliniek heeft haar weliswaar ontnuchterd, haar jarenlange gebruik van drank en drugs heeft haar wel berooid achtergelaten.  Haar goedbetaalde baan als interieurdesigner is ze kwijt, het aanbod van Melinda om het familieappartement in het Dakotagebouw op te knappen komt dan ook als geroepen.  Melinda heeft als telg uit de Camdenfamilie samen met haar broer het appartement geërfd, binnenkort krijgt ze ook de beschikking over een riant trustfonds. Aan geld ontbreekt het dus niet, wel aan goede smaak. Omwille van het geld gaat Bailey toch akkoord, het appartement wordt gestript en alles gaat op de kop. Tussen de relikwieën uit het verleden doet Bailey een interessante ontdekking, één die de fundamenten van de familie Camden zal doen schudden en Baileys leven voorgoed verandert.

Historische setting
Het Dakotagebouw is in 1884 naar het ontwerp van de architect Henry J. Hardenbergh voor de beter gesitueerden in New York gebouwd. Het gebouw staat er nog steeds, dicht bij Central Park, John Lennon woonde er op het moment van zijn overlijden.  De twee verhaallijnen van Sara en Bailey zijn dus in een kloppende historische setting geplaatst.  Het geeft een extra dimensie aan deze romantische familieroman waarin verraad, hartstocht en teleurstelling de hoofdrol spelen.