27 februari 2024

‘In de verte, de zee’ van Laura Spence-Ash

Het is 1940, Londen wordt door de Duitsers bestookt en Reg en Millie besluiten hun dochter Beatrix naar de VS te sturen. Daar zal ze veilig de oorlog door kunnen komen. Zo stapt de 11 jarige Beatrix alleen op de boot naar Boston. Op de kade wordt ze afgehaald door de familie Gregory, bij hen gaat ze wonen. De zoons William en Gerald lopen haar enthousiast tegemoet, moeder Nancy glundert en bibbert tegelijk. Twee jongens zijn een geweldige schat, maar een dochter, daar heeft ze altijd naar verlangd. 

Brieven

Eenmaal thuis blijft Beatrix de eerste tijd gereserveerd en afstandelijk. Ze wil best graag wennen en meedoen maar ze mist haar ouders en Londen. Beatrix kijkt haar ogen uit, het huis is zo groot, de tuin is fantastisch en het bos erachter een fijne plek om even alleen te zijn. Als ze naar school gaat wordt alles al wat vertrouwder, ze is kien, kan goed meekomen, ze streeft de jongens al snel voorbij. Maar het meest kijkt ze uit naar de brieven van thuis. Ook naar die van haar moeder, ook al weet ze zeker dat die erop stond dat ze naar de VS zou gaan. 

Eilandje

Niet alleen Nancy moet wennen aan een dochter, voor haar man Ethan is de schok nog groter. Hij is directeur van een jongensschool, heeft twee zoons, een meisje is zo anders. Eigenlijk had hij helemaal geen kind in huis willen nemen, de kosten, het gedoe eromheen. Hij ziet zijn vrouw genieten van Beatrix, ergert zich eraan maar neemt zich voor toch meer open te staan voor het kind. De zomer van 1941 gaat het gezin naar hun zomerhuis in Maine. Gelegen op een eilandje, alleen dat ene huis, enkel bereikbaar met de roeiboot. Beatrix is bang, ze kan niet zwemmen, maar voor de vakantie voorbij is heeft ze het onder de knie. Ze voelt zich nu helemaal thuis. Zal ze ooit weer terug moeten? En wil ze dat nog wel? 

Debuutroman

Deze debuutroman van Spence-Ash bestaat uit meest korte hoofdstukjes, waarin we afwisselend door de ogen van één van de karakters de gebeurtenissen over een periode van 1940 tot de epiloog in 1977, waarnemen. Ze schrijft met een bijzondere intensiteit, iedereen komt tot leven, je wil almaar doorlezen, het boek wegleggen is geen optie. Een fijne debuutroman, het smaakt zeker naar meer.  

20 februari 2024

‘De kinderen van Barrøy’ van Roy Jacobsen

Kort na WOII keert de Noorse Ingrid terug naar het eiland Barrøy. De oorlog heeft veel veranderingen in Noorwegen teweeggebracht maar al deze moderniteiten gaan aan het eiland voorbij. Ingrid keerde niet alleen terug, ze had een dochtertje, Kaja, bij zich, kind van een Russische krijgsgevangene. Iedereen heeft er zijn mening over, Ingrid trekt zich er niets van aan. 

Seizoenen

Ze past zich weer aan aan de seizoenen die het leven op Barrøy bepalen. In de winter trekken de mannen en grotere kinderen naar de Lofoten. Dat is hun uitvalsbasis voor de visvangst, de kinderen gaan er naar de middelbare school. Met nog maar een paar overblijvende bewoners, is het koud, donker en saai in die maanden. Alleen de melkboot brengt geregeld post en oude kranten. Johannes die de melkboot vaart, heeft de zorg voor zijn stiefzoontje Mathias, de moeder van Mathias heeft de benen genomen. Als ook Johannes verdwijnt neemt Ingrid als vanzelfsprekend Mathias in huis. Ze wordt zijn voogd en hij groeit samen met Kaja op. 

Vrouwen

Het zijn vooral de vrouwen die een belangrijke plaats in het leven van Ingrid innemen. Haar tante Barbro, de spil van het huishouden. Haar nicht Hanna, moeder van de tweeling Anna en Sophie en van krullenbol Oskar. De opgroeiende Suzanne die steeds opstandiger wordt, Svetlana van het postkantoor. Ingrids vriendin Mariann die in Trondheim woont en met haar brieven de wereld buiten Barrøy binnenbrengt. De deftige dames Storm, moeder en drie dochters die zich ver verheven voelen boven het gewone volk. Elk heeft zo haar plek en vaste rol. Ingrid kan niet met iedereen even goed overweg, toch is er het besef dat ze elkaar nodig hebben. 

Uitvaren

De zomers zijn een feest op Barrøy. Iedereen is weer thuis, het is mooi weer, er wordt gehooid, de boten worden winterklaar gemaakt, er komen logees, er wordt gezwommen en gepicknickt, er worden plannen gemaakt, de stemming is opperbest. Iedereen geniet. Het eiland is op zijn best, kon het maar altijd zo blijven! De winter is echter onverbiddelijk, elk jaar zullen de vissers weer uitvaren, de achterblijvers in angst achterlatend of ze goed weer thuiskomen. 

Jacobsen laat op een rustige, ingetogen wijze en met veel verbeeldingskracht het bestaan van de eilanders tot leven komen. Het is genieten tot de laatste bladzijde. 

13 februari 2024

‘Niet niks: een jaar met de dood op mijn hielen’ van Hiske Dibbets

Het is de zomer van 2020 als Hiske Dibbets samen met haar man Ruud en dochter Binkie naar hun geliefde Kreta op vakantie gaan. Corona lijkt verdwenen, Griekenland is veilig, niets aan de hand. Het valt Ruud echter op dat Hiske zo vaak naar de wc moet. Terug in Nederland komt ze via de huisarts bij Polidirect terecht voor een coloscopie en de uitslag is vernietigend. Een tumor in de endeldarm. Ze wordt doorverwezen naar het OLVG voor verder onderzoek en behandeling. 

Palliatief

Hiskes wereld stort in. Ze belt met haar vriendin Djuna, ze kennen elkaar al veertig jaar. Djuna is arts, heeft dagelijks met patiënten met darmkanker te maken.  Djuna komt gelijk langs, spreekt haar moed in, samen zullen ze ervoor gaan. Maar het is veel erger, er zijn uitzaaiingen, Hiske zal niet beter worden, een behandeling zal alleen palliatief zijn, als dat tenminste is wat ze wil. Hiske bedenkt zich niet, ze gaat ervoor. Het wordt bestraling en chemo. 

Wonder

Ze wordt er doodziek van, heeft pijn, pijn, pijn. Op voorspraak van Djuna komt ze in het VU terecht. De aanpak daar is een verademing. Duidelijke uitleg, er worden nieuwe scans gemaakt, de oorzaak van de pijn wordt gevonden, er lijkt een mogelijkheid om te opereren. Zal er dan toch een wonder geschieden? 

Schrijven

Er zijn dagen, soms zelfs weken, dat ze ziek, zwak en misselijk is. Nergens aan denkt. Alleen is met de pijn. Maar er zijn ook tijden dat het beter gaat. Hiske begint haar leven te overdenken. Hoe ze Ruud ontmoette, samen een kleine woning betrokken en als studenten leefden. Hij is kunstenaar, Hiske heeft een studie journalistiek gedaan in Boston. Heeft daarna jaren in Moskou bij Derk Sauer’s magazine gewerkt. Terug in Nederland wordt ze lector bij een uitgeverij en doet freelance opdrachten. Schrijven is voor Hiske belangrijk. Een verhalenbundel en een literaire thriller heeft ze al op haar naam. Ze besluit nog één boek te schrijven, het boek over het jaar dat de dood haar op de hielen zit. 

Denk niet dat het een somber boek geworden is. Dibbets weet op rake toon haar leven te beschrijven, kijkt kritisch naar haar behandeling en verbaast zich over de soms absurde gebeurtenissen in haar laatste jaar. Hiske Dibbets is in juli 2023 op 57-jarige leeftijd overleden.  

6 februari 2024

‘Wat kom jij hier doen?’ van Huub Keijbets

De opvang van asielzoekers en gevluchte Oekraïners is een heet hangijzer in veel plaatsen in Nederland. De hartverwarmende acties in Lemelerveld en Ommen waar de handen uit de mouwen worden gestoken vinden lang niet overal navolging. Maar hoe gaat dat nu precies in zijn werk. Wat doen COA en IND. Wat zijn hun criteria? Huub Keijbets werkte van 2001-2021 als vrijwilliger met vluchtelingen, asielzoekers en illegalen. Niet alleen zijn eigen impressies deelt hij met de lezer, met een kort overzicht van de opvang door de jaren heen maakt hij duidelijk hoe en waarom de opvang er is. 

Verblijfsvergunning

De eerste tien jaar werkt hij met mensen die al een verblijfsvergunning hebben. Samen met de beroepskrachten van Vluchtelingenwerk Nederland helpt hij ze op weg. Allereerst met huisvesting, het inrichten van een woning, aanvragen uitkering, het krijgen van een zorgverzekering, afsluiten contract energieleverancier. “Een lange mars door de Nederlandse bureaucratie”, aldus Keijbets. 

Surplace

De laatste tien jaar zijn het vooral de illegalen die hij bijstaat. Asielzoekers wier verzoek is afgewezenen en daarom illegaal zijn. Omdat het vluchtverhaal niet consistent was. Omdat er sprake zou zijn van een ‘surplace’ bekering van het geloof dan wel van de seksuele voorkeur. Met andere woorden, de aanvrager geeft alleen maar voor bekeerd te zijn omdat hij weet dat hij in zijn land van herkomst daarvoor vervolgd zou worden. Omdat de aanvrager niet de datum kan noemen waarop zijn ouders vermoord zijn. Dat hoor je toch te weten. Er lijkt sprake van willekeur, de aanvrager is zich er bovendien niet van bewust dat de IND'er die tegenover hem zit een geroutineerde interviewer is. 

Zieke vader

Soms is het heel terecht dat een aanvraag afgewezen wordt. Veiligelanders of jonge asielzoekers die door hun ouders gestuurd zijn om de weg voor de familie vrij te maken. Soms ook komt Keijbets erachter dat hij voorgelogen is. Dat iemand naar zijn zieke vader gaat terwijl die al vermoord was. Het schrijnendst zijn echter de werkelijke vluchtverhalen, hoe wreed en verdrietig is het om voor je veiligheid je eigen land te moeten ontvluchten. 

Keijbets verduidelijkt, maakt kritische kanttekeningen, verbaast en verwondert zich en is in een aantal gevallen gewoon boos over de gang van zaken. Het boek is al met al een verhelderend kijkje over de achterkant van de opvang waar we vaak geen weet van hebben.