30 maart 2021

‘Kusje erop’ van Tijn Elferink en Rutger Verhoeff

“Bitter in de mond maakt het hart gezond, van op hoge hakken lopen wordt je incontinent, dik zijn is je eigen schuld, het weer is een voorspeller van pijnlijke gewrichten en walnoten zijn goed voor je hersenen”. De auteurs van ‘Kusje erop’ zijn op zoek gegaan naar de waarheid achter deze en 65 andere gezondheidsmythes. Elferink als gezondheidsjournalist en Verhoeff als huisarts.
 

Bitter

Om op dat eerste terug te komen, bitter is eigenlijk een waarschuwingssein. Voor planten is het een verdedigingsmechanisme. Je zou dus denken dat het helemaal niet zo gezond is. Toch zijn er bittere planten / vruchten die we zijn gaan waarderen. Zoals cacao, olijfolie en koffie en thee. Die hoge hakken, daar zijn de geleerden nog niet over uit. Er is wel een standsverandering van de voeten die de activiteit van de bekkenbodemspieren zou kunnen veranderen. Maar of dat incontinentie tot gevolg heeft?!

Vierkante ogen
Zo gaan de twee auteurs zeventig mythes langs. Sommige mythes zijn al eeuwen oud, andere een stuk recenter. De vierkante ogen die je van televisiekijken krijgt, is zo’n nieuwe. Veel op een klein scherm turen heeft zeker (negatieve) invloed op het oog. Maar vierkant worden ze er echt niet van. Dik zijn is meestal niet je eigen schuld. Er zijn zoveel factoren die daarbij een rol spelen. Onder andere zelfcontrole. Je hebt pech als die niet goed ontwikkeld is. Toch ben je niet verloren. Met de tips van dit tweetal heb je in elk geval een goed begin. 

Kusje erop
De mythes worden volgens twee vaste patronen beschouwd. Een aantal wordt in één pagina afgedaan, andere krijgen een uitgebreide behandeling. Zoals het kusje erop. Dat hielp altijd, zeker toen we klein waren. Als we groter worden, wordt het vaak vervangen door wrijven. En ook dat helpt. Door op hetzelfde moment een ander gevoel te ervaren wordt de pijn minder. Er zijn drie theorieën hierover, elk even plausibel. 

Elferink en Verhoeff hebben grondig onderzoek gedaan, veel bronnen bestudeerd en ook Dr. Google geconsulteerd. Hoewel de laatste niet erg betrouwbaar is, zo zeggen ze zelf. Een prettige schrijfstijl en een humoristische toon maken ‘Kusje erop’ een plezierig boek om door te nemen.

23 maart 2021

‘Het lichtschip’ van Mathijs Deen

Lammert is in de jaren zeventig van de vorige eeuw kok op het lichtschip de Texel* dat voor de kust bij Den Helder ligt. Vier weken op, twee weken af.
 Lammert  is als het lichtschip zelf, een baken in de keuken. Hij kookt lekker, is onberispelijk en bedient de bemanning op volgorde van dienstjaren. Het is de vaste regelmaat van de maaltijden die het saaie leven aan boord dragelijk maken. De bemanning is verantwoordelijk voor het lichtbaken, de misthoorn, noteert alle langsvarende schepen en doet metingen voor het KNMI. 

Onrust
Op een dag in juni voelt Lammert echter een onrust. Het begint met een schip dat veel te dicht langs de Texel vaart. Het lichtschip beweegt mee op de golf die wordt veroorzaakt. Vanaf dat moment verandert er iets in zijn hoofd. Op verlof thuis haalt hij weer eens het kookboek van zijn moeder tevoorschijn. Een kookboek gemaakt in een kamp in Indonesië. Waar hij samen met zijn moeder zat.  Eén recept springt eruit, het recept van het stoofvlees van een geitenbokje. Lammert gaat naar de plaatselijke boerin en vraagt naar een bokje. Hij krijgt het van haar. Gratis en voor niets. 

Stoofpot
Lammert smokkelt het bokje mee naar de Texel. Het is een vrolijk jong diertje, de jongste matroos geeft hem twee keer per dag de fles. Het bokje eigent zich het schip toe, overal is hij te vinden, van het ruim tot aan de stuurhut. Hij vertedert, maar zijn lot staat vast, hij zal eindigen in de stoofpot waar Lammert zo naar uit kijkt. 

Zee, zon, wind
Deen beschrijft in heldere, beeldende taal het leven op het lichtschip. Hoe velen in een eigen wereldje vertoeven als ze er aan het werk zijn. Hoe het geitenbokje de verhoudingen onderling doet veranderen. Het voelt alsof jezelf aan boord bent, je ruikt de zee, je voelt de zon en de harde wind laat je haar wapperen. 

*Een lichtschip is een lichtbaken op volle zee, op de plaats waar een vuurtoren zou moeten zijn, maar waar de bouw hiervan niet mogelijk is. Vaak liggen lichtschepen in de omgeving van zandbanken of andere voor de scheepvaart gevaarlijke gebieden. Lichtschepen kunnen zowel bemand als onbemand zijn.

16 maart 2021

‘De kaasfabriek’ van Simone van der Vlugt

Simone van der Vlugt viert haar vijfentwintigjarig schrijfjubileum met de roman ‘De kaasfabriek’. Niet een thriller maar een historische roman die eind negentiende en begin twintigste eeuw speelt. Wel een roman met een geheim, eigenlijk wel meer geheimen. In die zin valt er voor de lezer dus wel wat te gissen en te speuren.
 

Erfenis
Lydia Oorthuys is nog jong als allebei haar ouders overlijden. Haar vader als laatste. Ze is enig kind, erft een aanzienlijk vermogen en grote huizen. Haar vader heeft het financieel gezien uitstekend gedaan. Ze behoren tot de welgestelden in Amsterdam, niet adellijk maar het scheelt niet veel. Met een aantal families is ze hecht bevriend, haar toekomst zal waarschijnlijk zijn dat ze op stand trouwt, kinderen krijgt en een rustig leven gaat leiden. 

Wilsonbekwaam
Maar Lydia wil dat niet. Ze heeft de ondernemingszin van haar vader geërfd. Als ze in zijn nalatenschap aantekeningen over de ontwikkeling van een kaasfabriek vindt, wordt ze enthousiast en gaat ermee aan de slag. Haar vader was al zover dat hij een bedrijfsleider op het oog had, Huib Minnes. Een kaasmakende boer in Purmerend met een uitstekende reputatie. 

Lydia trekt de stoute schoenen aan en gaat naar hem toe. Aanvankelijk is hij niet al te enthousiast. Wel over een kaasfabriek maar niet over het samenwerken met een vrouw. Zij is immers wilsonbekwaam, kan geen contracten tekenen. Toch weet Lydia hem over te halen en de eerste kaasfabriek in Noord Holland is een feit.   

Kapstok
Van der Vlugt maakt ‘De kaasfabriek’ de kapstok waar ze heel veel historische feiten en gebeurtenissen aan ophangt. Op een heel vanzelfsprekende manier komen zo de industrialisatie eind negentiende eeuw, vrouwenkiesrecht, sociale hulporganisaties, en in het tweede deel van het boek de Eerste Wereldoorlog met al zijn verschrikkingen langs. Ze heeft zich uitstekend gedocumenteerd, van veel zaken en personen wordt achterin het boek nadere uitleg gegeven en er is een uitgebreide bronnenlijst. Toch blijft het een heel plezierig boek om te lezen, je leeft mee met de hoofdpersonen, ook al kijk je met de ogen van de eenentwintigste eeuw naar de gebeurtenissen van toen. 

PS. De dame op het omslag is Simone van der Vlugt zelf.

9 maart 2021

‘Het huis van mijn moeder : een Egyptisch- Nederlandse familiegeschiedenis’ van Maria Farag

Maria Farag, telg uit een Egyptische koptische familie, groeit op in Nederland. Haar moeder Elham is in de jaren zestig als negentienjarige samen met haar zusje naar Nederland gekomen. Een oudere broer is hier dan al. Elham gaat aan het werk bij de Wereldomroep. Haar uitstekende kennis van het Engels en het Arabisch heeft haar de baan bezorgd. Hoewel Elham plannen had naar Canada door te reizen is het daar nooit van gekomen. Ze trouwt, krijgt kinderen, doet een doctoraal studie, werkt, kortom, ze gaat op in de Nederlandse samenleving. Maar zonder haar culturele achtergrond
   en haar geloof te verloochenen. 

Grootvader
Maria is vooral nieuwsgierig naar haar grootvader, naar zijn beweegredenen  om al zijn kinderen aan te moedigen naar het buitenland te vertrekken. Niet één bleef er in Egypte. Was dat vanwege het geloof? Zag hij voor hen betere kansen buiten Egypte? Er zijn brieven van hem bewaard gebleven, vooral uit de tijd dat hij verliefd-verloofd was met Maria’s grootmoeder. Maar ook brieven die hij aan zijn dochter Elham schreef. Maria gaat ermee aan de slag. 

Assiut
De beste manier om antwoorden te vinden is door naar Egypte af te reizen en de familie te bezoeken. In haar jeugd is Maria vaak op vakantie geweest, dat is wezenlijk anders dan de zoektocht die ze nu gaat ondernemen. Tot Maria’s verbazing laat  Elham weten dat ze mee wil. Samen vertrekken ze eerst naar de familie in Assiut, een koptisch-christelijk bolwerk waar het verhaal van haar grootouders begon. 

Ze worden hartelijk onthaald. De familie is groot en rommelig. Er zijn oude buren, vrienden, kerken waar de familie kerkte of nog steeds komt. Er zijn veel mensen die herinneringen aan haar grootouders en moeder hebben. En wat zo mooi is, de meesten steken hun mening niet onder stoelen en banken. Er wordt vrijuit gesproken, over de kerk, over het geloof, over het bewind. 

Warm bad
Farag neemt de lezer zo mee op haar (her-)ontdekkingsreis door Egypte. Waar zij steeds meer waardering voor mens en land krijgt, neemt haar moeder afstand.  Als lezer krijg je een beeld voorgeschoteld dat mogelijk een aantal aannames onderuithaalt. Niet een rigide regime maar een warm bad met schurende randjes. Heel prettig om te lezen en heel geschikt om een mooie docureeks van te maken. Dus VPRO, kom maar op!

2 maart 2021

‘Het geheim van het Nachtegaalbos’ van Lucy Strange

Soms kom je een boek tegen waarvan je denkt dat veel mensen het zouden moeten lezen. Niet een nieuw boek, uitgekomen in 2017,  niet een actueel boek, ook niet een roman maar een kinderboek. Een debuut, ook nog eens. Maar zo prachtig, je blijft lezen! 

Henrietta
Het is 1919  als Henrietta met haar moeder en babyzusje vanuit Londen naar het platteland vertrekt. Ook juffie Jane, de kinderjuf gaat mee. Ze betrekken een huis niet ver van zee. Henrietta’s vader is voor zijn werk in het buitenland. Er is iets mis met haar moeder,  ze ligt almaar op bed, dokter Hardy komt om de haverklap en Henrietta wordt bij haar weggehouden.  Het heeft vast te maken met haar overleden broer Robert. Die is toen ze nog in Londen woonden gestorven. 

Verhuizing
Haar moeder is daarna ingestort, een verhuizing naar het platteland zou haar goed doen. Nu ze daar zijn probeert Henrietta de draad weer op te pakken. Maar ze mist haar broer zo vreselijk, soms lijkt het net of hij bij haar is. Dan hoort ze zijn stem en praat ze met hem. En ze mist haar moeder. Waarom wordt ze maar niet beter? Waarom komt de dokter zo vaak? Hoe komt het dat de dokter haar moeder wil laten opsluiten in een gesticht? Henrietta is ten einde raad. 

Sprookjeswereld
Op haar zwerftochten door het bos, komt ze een zwerfster tegen. Mot, zo noemt Henrietta haar, woont diep verscholen in de bossen in een woonwagen, niemand ziet haar, niemand kent haar. Alleen Henrietta heeft contact met haar. Niemand wil haar dan ook geloven als ze iets over Mot vertelt. Henrietta leeft in een sprookjeswereld, zo zegt de dokter. Het is vast een erfelijke vorm van krankzinnigheid. Het is ook beter als babyzusje Biggetje, wie geeft een kind zo’n krankzinnige naam!, een tijdje bij de dokter komt wonen. 

Ultieme poging
Alle pogingen van Henrietta om haar moeder en zusje te redden lijken tevergeefs. Tot ze, geïnspireerd door Mot en met instemming van Robert een radicale beslissing neemt. Daarbij krijgt ze uit onverwachte hoek hulp om in een ultieme poging haar moeder uit de handen van dokter Hardy en zijn handlangers te bevrijden. 

Van Lucy Strange is in 2020 een tweede boek verschenen: ‘Ons kasteel aan zee’.