Henrietta
Het is 1919 als Henrietta met haar moeder en babyzusje
vanuit Londen naar het platteland vertrekt. Ook juffie Jane, de kinderjuf gaat
mee. Ze betrekken een huis niet ver van zee. Henrietta’s vader is voor zijn
werk in het buitenland. Er is iets mis met haar moeder, ze ligt almaar op bed, dokter Hardy komt om
de haverklap en Henrietta wordt bij haar weggehouden. Het heeft vast te maken met haar overleden
broer Robert. Die is toen ze nog in Londen woonden gestorven.
Verhuizing
Haar moeder is daarna
ingestort, een verhuizing naar het platteland zou haar goed doen. Nu ze daar
zijn probeert Henrietta de draad weer op te pakken. Maar ze mist haar broer zo
vreselijk, soms lijkt het net of hij bij haar is. Dan hoort ze zijn stem en
praat ze met hem. En ze mist haar moeder. Waarom wordt ze maar niet beter?
Waarom komt de dokter zo vaak? Hoe komt het dat de dokter haar moeder wil laten
opsluiten in een gesticht? Henrietta is ten einde raad.
Sprookjeswereld
Op haar zwerftochten door het
bos, komt ze een zwerfster tegen. Mot, zo noemt Henrietta haar, woont diep
verscholen in de bossen in een woonwagen, niemand ziet haar, niemand kent haar.
Alleen Henrietta heeft contact met haar. Niemand wil haar dan ook geloven als
ze iets over Mot vertelt. Henrietta leeft in een sprookjeswereld, zo zegt de
dokter. Het is vast een erfelijke vorm van krankzinnigheid. Het is ook beter
als babyzusje Biggetje, wie geeft een kind zo’n krankzinnige naam!, een tijdje
bij de dokter komt wonen.
Ultieme poging
Alle pogingen van Henrietta
om haar moeder en zusje te redden lijken tevergeefs. Tot ze, geïnspireerd door
Mot en met instemming van Robert een radicale beslissing neemt. Daarbij krijgt
ze uit onverwachte hoek hulp om in een ultieme poging haar moeder uit de handen
van dokter Hardy en zijn handlangers te bevrijden.
Van Lucy Strange is in 2020
een tweede boek verschenen: ‘Ons kasteel aan zee’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten