Erfenis
Lydia Oorthuys is nog jong
als allebei haar ouders overlijden. Haar vader als laatste. Ze is enig kind,
erft een aanzienlijk vermogen en grote huizen. Haar vader heeft het financieel
gezien uitstekend gedaan. Ze behoren tot de welgestelden in Amsterdam, niet adellijk
maar het scheelt niet veel. Met een aantal families is ze hecht bevriend, haar
toekomst zal waarschijnlijk zijn dat ze op stand trouwt, kinderen krijgt en een
rustig leven gaat leiden.
Wilsonbekwaam
Maar Lydia wil dat niet. Ze heeft
de ondernemingszin van haar vader geërfd. Als ze in zijn nalatenschap aantekeningen
over de ontwikkeling van een kaasfabriek vindt, wordt ze enthousiast en gaat
ermee aan de slag. Haar vader was al zover dat hij een bedrijfsleider op het
oog had, Huib Minnes. Een kaasmakende boer in Purmerend met een uitstekende
reputatie.
Lydia trekt de stoute schoenen aan en gaat naar hem toe. Aanvankelijk is hij niet al te enthousiast. Wel over een kaasfabriek maar niet over het samenwerken met een vrouw. Zij is immers wilsonbekwaam, kan geen contracten tekenen. Toch weet Lydia hem over te halen en de eerste kaasfabriek in Noord Holland is een feit.
Kapstok
Van der Vlugt maakt ‘De
kaasfabriek’ de kapstok waar ze heel veel historische feiten en gebeurtenissen
aan ophangt. Op een heel vanzelfsprekende manier komen zo de industrialisatie
eind negentiende eeuw, vrouwenkiesrecht,
sociale hulporganisaties, en in het tweede deel van het boek de Eerste
Wereldoorlog met al zijn verschrikkingen langs. Ze heeft zich uitstekend
gedocumenteerd, van veel zaken en personen wordt achterin het boek nadere uitleg
gegeven en er is een uitgebreide bronnenlijst. Toch blijft het een heel
plezierig boek om te lezen, je leeft mee met de hoofdpersonen, ook al kijk je
met de ogen van de eenentwintigste eeuw naar de gebeurtenissen van toen.
PS. De dame op het omslag is
Simone van der Vlugt zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten