Onrust
Op een dag in juni voelt
Lammert echter een onrust. Het begint met een schip dat veel te dicht langs de
Texel vaart. Het lichtschip beweegt mee op de golf die wordt veroorzaakt. Vanaf
dat moment verandert er iets in zijn hoofd. Op verlof thuis haalt hij weer eens
het kookboek van zijn moeder tevoorschijn. Een kookboek gemaakt in een kamp in Indonesië.
Waar hij samen met zijn moeder zat. Eén
recept springt eruit, het recept van het stoofvlees van een geitenbokje. Lammert
gaat naar de plaatselijke boerin en vraagt naar een bokje. Hij krijgt het van
haar. Gratis en voor niets.
Stoofpot
Lammert smokkelt het bokje
mee naar de Texel. Het is een vrolijk jong diertje, de jongste matroos geeft
hem twee keer per dag de fles. Het bokje eigent zich het schip toe, overal is
hij te vinden, van het ruim tot aan de stuurhut. Hij vertedert, maar zijn lot
staat vast, hij zal eindigen in de stoofpot waar Lammert zo naar uit kijkt.
Zee, zon, wind
Deen beschrijft in heldere,
beeldende taal het leven op het lichtschip. Hoe velen in een eigen wereldje
vertoeven als ze er aan het werk zijn. Hoe het geitenbokje de verhoudingen onderling
doet veranderen. Het voelt alsof jezelf aan boord bent, je ruikt de zee, je
voelt de zon en de harde wind laat je haar wapperen.
*Een lichtschip is
een lichtbaken op volle zee, op de plaats waar een vuurtoren zou moeten zijn,
maar waar de bouw hiervan niet mogelijk is. Vaak liggen lichtschepen in
de omgeving van zandbanken of andere voor de scheepvaart gevaarlijke
gebieden. Lichtschepen kunnen zowel bemand als onbemand zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten