18 februari 2025

‘De bessenplukkers’ van Amanda Peters

Het is jaren zestig als het gezin waar Joe en Ruthie in opgroeien zoals elk jaar vanuit Nova Scotia naar Maine trekt om daar bessen te gaan plukken. Het hele gezin werkt mee, vader, moeder, Ben, Mae, Charlie, Joe en Ruthie. Het is hard werken, lange dagen, maar ze wonen er in een blokhut en de saamhorigheid is groot. Hun ouders zijn streng maar ook gul en vrijgevig. Ze hechten aan de waarden en normen van het volk, de Mi’kmaq, waartoe ze behoren. 

Wanhopig

De schok is dan ook onvoorstelbaar groot als de vierjarige Ruthie op een dag verdwenen is. Samen met de iets oudere Joe was ze in het veld. Zo zat ze op een grote steen, zo was ze weg. De familie zoekt wanhopig de hele omgeving af maar er is geen teken van leven van haar. Joe voelt zich vreselijk schuldig, hij had beter op moeten letten. Ze maken het plukseizoen af, na werktijd blijven ze zoeken. In de herfst zit er echter niets anders op dan zonder Ruthie terug te keren naar huis. 

Regime

Norma groeit op als enig kind. Haar moeder Lenore is verschillende keren zwanger geweest maar het eindigde altijd in een miskraam of vroeggeboorte. Norma heeft het gevoel niet echt bij haar ouders te passen, ze heeft een wat donkerder huid, wordt snel bruin. Ach dat komt van die Italiaanse overgrootvader, zegt haar moeder dan. Bovendien heeft Norma enge dromen. Om haar gerust te stellen wordt Alice, de vriendin van tante June ingeschakeld. Het duurt jaren voor Norma zich aan het strenge regime van haar moeder kan onttrekken. 

Losgeslagen

Joe blijft met de eeuwige schuld aan de verdwijning zitten. Als dan ook nog zijn broer Charlie wordt vermoord, ook door zijn toedoen, denkt hij, raakt hij volkomen losgeslagen, verlaat zijn vrouw en zijn familie en trekt jaren onrustig door Amerika. 

In lange hoofdstukken volgen we afzonderlijk de levens van Norma en Joe waarbij het heel snel duidelijk is dat Norma Ruthie is. Amanda Peters weet de sfeer en de karakters in haar eerste roman bijzonder goed te treffen. De personages komen tot leven, je kan niet anders dan van de twee hoofdpersonen gaan houden. Het is een voortreffelijk debuut, een boek dat je met spijt weglegt, als het uit is.

11 februari 2025

‘De grote scheiding’ van Cristina Henríquez

Heel actueel is het grote onderwerp van deze roman: Het Panamakanaal. Gegraven tussen 1904 en 1913, geopend in 1914. Het kanaal werd voorafgegaan door een trans-Atlantische spoorlijn, door de Amerikanen aangelegd om de afstand tussen het oosten van Amerika en California sneller af te kunnen leggen. Panama hoorde in de negentiende eeuw bij Colombia, aan het eind van die eeuw deden de Fransen al een poging om het kanaal te graven maar hun pogingen gingen teloor door gele koorts en malaria. Het is in 1904, Panama heeft zich dan afgescheiden van Colombia, dat de Amerikanen het initiatief nemen om het kanaal alsnog te graven. 

Postboot

Ada Bunting heeft van deze geschiedenis geen weet. Geboren op Barbados groeit ze samen met haar zusje Millicent op bij haar moeder die met naaien de kost verdient. Als Millicent ziek wordt en alleen een operatie haar leven kan redden, besluit de Ada naar Panama te gaan. Ze heeft gehoord dat ze daar snel geld kan verdienen, als verstekeling aan boord van een postboot bereikt ze Panamastad. Ze komt in contact met Marian Oswald die met haar man vanuit Tennessee naar Panama gekomen is. Marian heeft een studie plantkunde gedaan maar kan in Panama weinig uitrichten. Haar man John is bij de aanleg van het kanaal betrokken.  Ada gaat bij de Oswalds aan het werk waar haar een bijzondere taak te wachten staat. 

Genen

Omar is een geboren Panamees, woont hij bij zijn vader, die visser is aan de kust van de Grote Oceaan. Zijn vader blijft treuren om de dood van zijn vrouw, kan haar niet loslaten. Als Omar ook aan het kanaal gaat werken, hij heeft geen genen voor de visserij, zwijgt zijn vader hem dood. Zijn vader ziet het nut van het kanaal niet in, de spoorlijn heeft indertijd ook al zoveel verwoest. Ook Joaquin en Valentina zijn tegen de komst van het kanaal. Hun stad Gatún zal door de aanleg van een dam geheel onder water verdwijnen. 

Al deze stemmen, Ada, Omar, de Oswalds, Joaquin en vele anderen, vertellen het verhaal van het Panamakanaal. Cristina Henríquez weet feit en fictie heel knap te mengen zodat er een boeiende, meeslepende roman over de wording van het kanaal ontstaat. Haar vader is Panamees, tijdens vakanties daar heeft ze de Midden-Amerikaanse sfeer op kunnen snuiven. 

Klik hier voor meer informatie over het Panamakanaal.

4 februari 2025

‘Koekoeksjong in Zalk’ van Nico de Haan

Nico is zeven als hij met het gezin waarin hij opgroeit naar Zalk verhuist. Zijn vader is daar als dominee beroepen, ze gaan zich met zijn zevenen in de grote, ruime pastorie vestigen. Zijn oudste broer Wim blijft bij familie in het westen wonen. Hij krijgt boven een kamertje met uitzicht op de IJssel, prachtig vindt hij het. Vriendjes krijgt hij ook al snel, met Egbert, Albert en Herman vormt hij een clubje waarmee ze door de weilanden struinen, boomhutten bouwen, kattenkwaad uithalen. Van zijn ouders heeft hij niet veel te duchten, zijn jongere broer Henk heeft polio opgelopen en dat vraagt veel van hun aandacht. Maar soms, als het echt te gortig wordt, verneemt hij het wel en is er straf. 

Trekpleister

Zalk is een klein maar o zo hecht dorp. Iedereen kent elkaar, kent elkanders makkes en nukken, weet daarmee om te gaan. De fietsenmaker, de winkel van Jentie, de smidse met het hete aambeeld en de schroeiende lucht van hoefijzers, de molen, de Haan beschrijft ze met de warmte waarmee je aan een gelukkige jeugd terugdenkt. De IJssel is een trekpleister, ze gaan er geregeld naartoe. Toch is het ook een gevaarlijke rivier, met draaikolken en een sterke stroming. Alleen in de winter van 1963 is ze dichtgevroren, kan er worden geschaatst. 

Schuilhut

En dan de vogels. Vanaf dag één is de jonge Nico geboeid door al die prachtige vogels die hij rond Zalk aantreft. Verscholen in zijn eigengemaakte schuilhutten volgt hij ze. Met een paar latten en wat doeken creëert hij een hut die hij overal neer kan zetten. Klazien uit Zalk, van de kruiden, krijgt daar lucht van en komt bij de pastorie klagen. Ze vindt dat Nico de vogels met rust moet laten. Zelf kijkt hij daar heel anders tegenaan en hij laat zich door haar niet terechtwijzen. Samen met zijn vader fietst hij naar Zwartsluis naar een museum over vogels. Daar ziet hij hoe je vogels kunt opstoppen. Zijn eerste onkundige pogingen zijn vreselijk mislukt maar allengs krijgt het onder de knie. 

Tien gelukkige jaren brengt hij in Zalk door. Jaren waarmee hij met veel warmte en plezier aan terug denkt. Een inkijk in het plattelandsleven van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Het boek bevat foto’s en dagboekfragmenten uit die tijd.