9 december 2025

‘Plassen op schrikdraad’ van Simon van der Geest

Simon van der Geest is een veelzijdige auteur. Won twee Gouden Griffels en één zilveren. Schrijft boeken, gedichten en theaterteksten. Zijn nieuwste boek is ‘Plassen op schrikdraad’, gedichten die geïllustreerd zijn door Karst- Janneke Rogaar.   

Het eerste gedicht is een geweldige binnenkomer. “Vandaag nam ik eens een andere route Ik had zin om eens goed te verdwalen”.  Hij loopt door de stad, komt bij een ruimtebasis en vertrekt naar een andere planeet. Beleeft van alles, komt thuis en ziet daar zijn uitgebluste vader: “Zeg pap, verdwaal jij wel genoeg?” Daarna volgt het plassen op het schrikdraad, een soort van initiëring. Het levert hem de heldennaam Elektroman op. 

Bankjezitten

Het vraagt leeuwenmoed om samen met zijn zusje bij de buurman aan te bellen om een bal terug te halen: ‘twee angsthazen maken samen toch een piepklein leeuwtje’. Of om van de hoge af te duiken. Of om over een boomstam over een sloot te lopen. ‘Horizin’ is een geweldige opsteker voor iedereen die moeite met lezen heeft. Allereerst is er het woord zelf, horizin past beter bij horizon, want de horizon is meestal langgerekt als een zin. Alles wat hij ziet kan hij in één adem opnoemen. Maar op school zinnen lezen is andere koek. Op papier zijn de letters stijf en stom. Verzuipt hij in het moeras van samenklanken. Vriend Tim heeft een telefoon gekregen. Buitenspelen verwordt tot bankjezitten. Met moeite krijgt hij Tim zover dat hij even meebouwt aan een hut. Na drie balken heeft hij al geen zin meer. En zo vervliegt de tijd tot niets. Volgend jaar, als hijzelf een telefoon krijgt, zombiet hij met Tim mee.   

Simon van der Geest weet met zijn rake bewoordingen en sfeertekeningen een wereld te openen waarin al die prachtige woorden als horizin, bankjezitten of zombiet vanzelfsprekend zijn. Een wereld van een tienjarige, die als hij genoeg van het gezeur heeft met een bootje vertrekt: 

Bootje

“Als je nu niet stopt /  met zeuren aan mijn kop / pak ik mijn bootje / pleur het in een slootje / en peddel zonder om te kijken / helemaal naar zee! 

En als je zegt: / Dat haal je nooit / je bent pas tien / zeg ik: O, nee? / Dat zullen we / nog weleens zien…..” 

Voor Holland Opera en Duda Pavia Company schreef Van der Geest een nieuwe bewerking van ‘De Bremer Stadsmuzikanten’. Dit is in december te zien in Amersfoort, begin volgend jaar gaat de voorstelling op tournee en doet op zondag 8 februari De Spiegelzaal in Zwolle aan.

2 december 2025

‘Wat de bergen bewaren’ van Ellen Marie Wiseman

Lena Conti komt in mei 1928 met haar moeder, broer en haar dochtertje van twee op Ellis Island, New York aan. Ze zijn Duitsland ontvlucht, hebben een barre bootreis achter de rug, zijn doodmoe en op. Haar moeder en broer hebben een kaartje voor de overtocht gekregen van een ver familielid in de VS, Lena heeft zelf voor haar en de kleine Ella de overtocht betaald. Er wacht hun een strenge keuring. Zo streng dat haar moeder en broer teruggestuurd worden naar Duitsland. Om redenen die duister zijn en in Lena’s ogen absoluut niet kloppen. Zelf twijfelt ze, maar haar moeder moedigt haar aan te blijven. 

De dans ontspringen

Ze worden opgewacht door Silas Wolfe, de verre neef van haar moeder. Hij neemt haar mee naar Virginia, ze komen in de Blue Ridge Mountains, waar Lena ook de twee kinderen van Silas ontmoet. Bonnie en Jack Henry zijn nog niet over het verlies van hun moeder heen. Toch weet Lena een goede band met ze op te bouwen. Het gebied waar ze wonen wordt door de staat Virginia aangemerkt als natuurpark, alle bewoners zullen moeten vertrekken. De methodes die de overheid daarvoor gebruikt zijn weerzinwekkend. Ouders worden ervan beschuldigd niet goed voor hun kinderen te zorgen, de kinderen zouden zwakzinnig of achterlijk zijn. Telkens kan er iemand van de overheid opduiken om ze te testen en weg te halen. Lena en de kinderen moeten zich dan ook geregeld verschuilen in de aardappelkelder. Zullen ze de dans ontspringen of ligt er een verschrikkelijke toekomst voor hen in het verschiet? 

Hartverscheurend

Aan de hand van de afschuwelijke geschiedenis van de jaren twintig en dertig waarin de Amerikaanse overheid zich door de eugenetica beweging liet leiden, vertelt Wiseman het hartverscheurende verhaal van een ontheemde familie, uit elkaar gereten door krankzinnige wetten waarin gestreefd werd naar een supervolk van Noord-Europees uitziende mensen. Allereerst al de mensonterende keuring op Ellis-Island. Vervolgens het racistische pseudowetenschappelijke beleid om de bergmensen inferieur te verklaren.  En zo van hun land en eigendommen te beroven. Jonge meisjes en vrouwen te steriliseren, zodat het inferieure volk zich niet voort kon planten. En het enge is dat er nu bijna eenzelfde wind over het land waait. Waarbij vrouwen, immigranten en mensen van kleur weggezet worden als minderwaardig.