Sinds kort draait de film ‘Still
Alice’ in de bioscopen. De film is alom geroemd vooral ook door het prachtige
acteerwerk van Julianne Moore, onlangs ontving zij voor haar rol de Oscar voor
beste vrouwelijke hoofdrol. De film is
gebaseerd op het gelijknamige boek van Lisa Genova, in het Nederlands helaas
vertaald in ‘Ik mis mezelf’. De titel ‘Nog
steeds Alice’ had beter bij deze aangrijpende roman gepast.
Professor
Alice, evenals haar man professor
aan de beroemde universiteit van Harvard, is rond de vijftig als haar brein
begint te haperen. Aanvankelijk schrijft ze het toe aan de overgang, de vergeetachtigheid neemt echter zulke
ernstige vormen aan, dat ze het daar niet meer mee af kan doen. Vergeten afspraken, voorwerpen die kwijt
zijn, de weg kwijt raken tijdens haar vaste joggingronde, vergeten naar een congres te gaan, haar eigen
colleges overslaan, er rest haar niets anders dan professionele hulp in te
roepen. In haar bloed wordt een stofje gevonden dat onomstotelijk de diagnose vroege dementie vaststelt.
Emotioneel slopend
Haar man en drie volwassen
kinderen gaan elk op hun eigen wijze om met de ziekte van Alice. Twee van de
drie kinderen laten zich testen op de aandoening, de jongste dochter, altijd al
wat eigenzinnig en niet van plan het gebaande pad van haar ouders te gaan, wil daar niet in meegaan. Toch is zij degene
die Alice het beste begrijpt en al snel een modus vindt om met haar moeders
aandoening, die zeer snel voortschrijdt, om te gaan. ‘Ik mis mezelf’ is een ontroerende maar ook
confronterende roman over de ziekte van Alzheimer, een ziekte die, zoals Alice
in het boek zegt, emotioneel soms slopender is dan kanker: “Had ik maar kanker,
dan hoefde ik me niet te schamen en droegen de mensen een lintje voor me”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten