28 maart 2017

‘De kinderkolonie: ‘Tot een werkzaam leven opgeleid’: De wezen van Veenhuizen (1824-1859) van Will Schackmann

Velen zullen het niet weten maar in eerste instantie had de in het begin van de negentiende eeuw door Johannes van den Bosch opgerichte Maatschappij van Weldadigheid de intentie in Veenhuizen een kinderkolonie te stichten. Het moest de plek in Nederland worden waar “weezen, vondelingen en verlaten kinderen” tot nijvere landarbeiders zouden worden opgevoed. In 1824 arriveren de eerste kinderen. Dat had al heel wat voeten in de aarde, gemeenten waar een weeshuis gevestigd was werden aangemoedigd een deel van die kinderen naar Veenhuizen te laten vertrekken. Maar de meeste plaatsen waren niet genegen dat te doen, men hield van de eigen weeskinderen die vaak hun roots in de stad hadden.  Koninklijke besluiten en kortingen op subsidies kwamen er aan te pas om de wezen richting Drenthe te laten gaan.

Plicht en tucht
Plicht en tucht stonden voorop in de kolonie die nooit de beoogde 4000 wezen haalde. Maar toch, met meer dan 2000 wezen bij elkaar was er altijd reuring. Goed personeel was moeilijk te vinden, het onderwijs stond in die dagen nog in de kinderschoenen laat staan dat er sociaal pedagogisch werkers waren.  Een zaalwacht had honderdzestig kinderen onder zijn hoede,  geslapen werd er in hangmatten en veel kinderen waren in slechte conditie. Het opleiden tot nijvere landarbeiders viel daarom niet mee.

Politiek spel
Will Schackmann heeft zich uitputtend gedocumenteerd voor het schrijven van dit boek. Met een aantal vrijwilligers is twee jaar lang het archief van Veenhuizen uitgeplozen en Schackmann weet de menselijke maat in al die stoffige documentatie te vinden. Aan de hand van het leven van een aantal wezen, het personeel en de bestuurders  van het gesticht beschrijft hij het dagelijks leven en de belevenissen van de betrokkenen. Als in een roman trekken de gebeurtenissen aan het oog voorbij, Schackmann weet door zijn prettige, ietwat ironische schrijfstijl, de aandacht vast te houden. Ook het politieke spel rond Veenhuizen komt aan de orde en al is deze hele geschiedenis bijna honderdvijftig jaar oud, veel klinkt nog steeds bekend in de oren.  

Werelderfgoed

Schackmann schreef eerder ‘De proefkolonie’ over Veenhuizen (2008)  en ‘De bedelaarskolonie’ over de Ommerschans (2013).  Veenhuizen en de Ommerschans staan evenals de andere koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid op de nominatie om als Werelderfgoed van de Unesco te worden aangemerkt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten