Een nog betere ondertitel voor dit boek zou zijn: hoe een Engelsman tegen de Nederlandse tuinarchitectuur aankijkt. En hoe wij door zijn ogen naar ons landschap en onze tuinen meekijken. Verfrissend is dat. Dat iemand je wijst op bijzondere zaken die we zo vanzelfsprekend vinden.
Zand en heide
Na een uitgebreide introductie waarin de ontstaansgeschiedenis van
Nederland een voorname plaats inneemt, begint Kingsbury met zee en duinen. Allereerst
verwondert hij zich over het feit dat je in Nederland niet afdaalt naar de zee,
nee de zee is op veel plekken zelfs hoger dan het vasteland. De duinen vormen
een goede bescherming, er is een bijzondere plantengroei, het is de inspiratie
voor de tuinen van Machiel Vlieland. Door
gaan we naar zand en heide, woeste gronden werden ze vroeger genoemd. Ook met
een specifieke begroeiing. Hier de tuinen van Frank van der Linden.
Zo trekken we heel Nederland door. Met eigentijdse tuinen verbonden aan de landschappen die we hebben. De geschiedenis van de tuinarchitectuur wordt niet vergeten. Jac. P. Thijsse, Mien Ruys, Piet Oudolf en de tuinen van Paleis het Loo, ze komen uitgebreid aan bod. De lijnen en beplantingen van veel van de hedendaagse tuin zijn rechtstreeks op één van hen terug te voeren.
Mien Ruys
De Dutch Wave van Piet Oudolf die de High Line in New York ontwierp heeft
de Nederlandse manier van ontwerpen wereldwijd op de kaart gezet. Oudolf, zelf
sterk beïnvloed door Mien Ruys die van strakke lijnen hield, heeft zich daaraan
ontworsteld. Hij gaat als een kunstenaar te werk, niet langer de slaaf van de
middenas is hij trendsetter en aanvoerder van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitecten.
Zonnehoed
Maayke de Ridder nam alle foto’s voor haar rekening. Overzichtsfoto’s,
grote landschappen, sfeervolle tuinen, gedetailleerde afbeeldingen van
specifieke plantengroepen, wie nog twijfelde weet na het bekijken van de foto’s
hoe mooi Nederland is. De foto van zonnehoed na de bloei gezien door een spinnenweb
is werkelijk magnifiek. De tuin van Arjan Boekel is een plaatje. De roze en rood-paarse
tulpen op de Keukenhof, was je achtertuin maar zo mooi. De koningsvaren bij Luc
Engelhard en het reuzenrabarberblad van Nico Kloppenborg. Wonderschoon gefotografeerd.
Mankeert er dan niets aan dit prachtige boek? Er is één minpuntje, het
lettertype is weliswaar helder en duidelijk maar ook o zo klein. Een leesbril
is hier echt nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten