Op haar zestigste vertrekt Tante Poldi naar Sicilië. Haar man Pepe, hij komt van het heerlijke eiland, is overleden en er is niets meer wat haar aan haar geboortestad München bindt. Haar drie schoonzussen verwelkomen haar heel hartelijk en hopen dat ze in hun directe omgeving gaat wonen. Maar daar is Tante Poldi niet voor te porren. Ze mag ze graag maar wil ze niet op haar lip hebben. Daarom kiest ze voor een drieverdiepingen tellende bouwval met dakterras in een achteraf dorp. Met uitzicht op zee en op de Etna. Dat dan wel weer.
Witbiertje
Omdat de schoonzusters toch een oogje in het zeil willen houden roepen ze
de hulp van hun tantezeggende neef in. Hij wil romanschrijver worden en
schrijven kun je overal. Zodoende vliegt hij maandelijks naar Sicilië om een
weekje bij Tante Poldi te zijn. Tante
Poldi geeft zich graag over aan de drank. ’s Morgens begint ze met een espresso
met een scheutje, daarna een scheutje zonder espresso en om elf uur een
witbiertje. En dat is nog maar het begin van de dag!
Klusjes
Voor de klusjes in huis doet ze een beroep op Valentino. Een knappe en
handige jongeman die ze graag om zich heen heeft. Als Valentino plotseling niet
meer op komt dagen begint ze zich zorgen te maken. Is hij in aanraking gekomen
met de maffia? Tante Poldi ziet in elke wat oudere man namelijk een maffiosi. Omdat
ze Valentino graag mag gaat ze op onderzoek uit. Zo ontdekt ze dat hij niet
alleen voor haar klusjes doet. Ook de plaatselijke zakenlui en verlopen adel
maken van zijn diensten gebruik. Wie is hem te na gekomen? Was het de maffia? Of
toch een localo met een verborgen verleden? Samen met, maar soms ook tegen, de
bijzonder aantrekkelijke rechercheur Montana werkt ze aan de oplossing.
Nieuwsgierig
Tante Poldi heeft alles wat een goede speurder moet hebben: ze is vreselijk
nieuwsgierig, kan verbanden leggen, maakt makkelijk contact, heeft zelfspot en
laat iedereen voor zich lopen. Verwacht geen deducerende Miss Marple, maar wel
een humoristisch en soms zelfs kolderiek verloop van het verhaal. Je gaat onmiddellijk
van Tante Poldi houden. Giordano begint elk hoofdstuk met een inleiding waarin
alvast de hoofdpunten worden genoemd. Een tikkeltje ouderwets maar het past
heel goed bij deze charmante speurneus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten