9 april 2024

‘Stad 40’ van Natasha Pulley’

De Russische biochemicus Valery Kolkhanov zit gevangen in de Goelag in Siberië. Tien jaar dwangarbeid heeft hij gekregen. De beschuldiging was vaag maar voor de rechtbank concreet genoeg hem daarnaartoe te verbannen. Het is 1963, zes jaar heeft hij van zijn straf uitgezeten en heeft het tot nu toe ternauwernood overleefd. Toch wordt híj, ondanks zijn kleine gestalte, gerespecteerd. Dagelijks mag hij de kampcommandant lesgeven in de natuurwetenschappen. Dat levert hem een karige maaltijd op, meer dan de anderen te eten krijgen. 

Stage in Berlijn

Stomverbaasd is hij als hij op een nacht opgehaald wordt en samen met een KGB-agente in een truck op weg gaat. Waarnaartoe? Hij heeft geen idee. Hij denkt zijn dood tegemoet! Na een tussenstop op een vliegveld, hij mag zowaar douchen, belandt hij in Stad 40. Hier treft hij de oud-promotor van zijn stageplek in Berlijn. Professor Elena Resovskaja werkte daar in 1937 op een instituut voor erfelijke biologie en rassenhygiëne. Hij mocht als jonge student met haar meelopen. Het is vreemd haar hier weer terug te zien. 

Omfloerst

Wantrouwen zit sinds zijn gevangenneming en verblijf in Siberië diepgeworteld in zijn systeem. De KGB heeft in Stad 40 duidelijk de touwtjes in handen, de studenten zijn er niet vrijwillig, de radioactiviteit is hoog, het instituut waar Valery nu woont en werkt is in alle opzichten verdacht. Bovendien zeggen de mensen voortdurend iets anders dan ze werkelijk bedoelen. Er wordt omfloerst gesproken, toch weet Valery een aantal feiten boven water te krijgen. Binnen de strenge restricties krijgt hij contact met een groep bewoners die weet van de sterke straling maar weer op hun oude woonplek is neergestreken. 

En dan is er Sjenkov, hoofd van de KGB, nietsontziend, schiet rustig een dwarse bewoner dood. Vriend of vijand?  Moet hij deze man vrezen of ligt het allemaal anders? 

Actueel

Stad 40 bestaat echt. Het ligt in de Kaukasus en er heeft in 1957 een kernramp plaatsgevonden. Afval van de fabriek werd in de rivier de Tetsja gedumpt waarmee de wijde omgeving besmet werd.  Ook nu nog staat er nog een opwerkingsfabriek waar onder andere polonium gemaakt wordt. Polonium waarmee in 2006 Litvinenko werd vergiftigd.  ‘Stad 40’ is niet alleen heel knap geschreven maar ook heel actueel nu het Rusland van Poetin steeds grimmiger en heimelijker wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten