Johannes heeft een prettig
rustig leven. Zijn kooitje bij Gijs is zijn wereld, op tijd eten en drinken,
meer hoeft hij niet. Maar Gijs wil wel meer, hij bouwt een prachtige grote volière.
Johannes heeft geen idee wat hem te
wachten staat, Gijs zet zijn kooi in de grote volière, langzaam went Johannes een beetje aan zijn
omgeving en voorzichtig stapt hij uit zijn kooi. Na een paar dagen zet Gijs een
grote doos in de kooi, er komen allemaal piepgeluiden uit. Vreemd. Onheilspellend.
Paniekerig vliegt Johannes door de grote kooi.
De piepers komen uit de doos, vijf zebravinken, ze pikken alles van
Johannes in en eten rare dingen. Johannes
is boos, ontstemd, wat moeten ze in zijn kooi?!
Volle bak
Het blijft niet bij de zebravinken,
er komen twee ara’s, diamantduiven, Japanse meeuwen, Chinese dwergkwartels,
zijdehoenders en een pauw bij. Johannes beweegt
niet meer, drinkt niet meer, eet niet meer. Als de honger toeslaat en hij toch
een graantje gaat pikken, zit er als hij terugkomt een vreemde snoeshaan op
zijn stok. Johannes ontploft van woede, hij begint te tieren en te schelden, iedereen
moet opzouten, hij was het eerst in de kooi.
Het gegniffel van de andere vogels maakt hem nog bozer, in zijn woede
valt hij een hoen aan. Dan grijpt Gijs
in en zet hem terug in het kleine kooitje. Daar zit hij dan, gevangen terwijl de andere
vogels vrij rondscharrelen, hoe zal het ooit nog goed met hem komen?
Boodschap
De boodschap in dit prachtige
prentenboek is duidelijk, soms vraagt het wat tijd en een open mind, maar
vogels van verschillende pluimage kunnen aan elkaar wennen. Wat in de volière geldt gaat ook in de
mensenwereld op. Mark weet op zijn
bekende speelse manier het zware thema van discriminatie en uitsluiting van
alle kanten te belichten. De prachtige
tekeningen van Medy Oberendorff verrijken het verhaal nog eens extra. Medy is
wetenschappelijk illustratrice, elk veertje van elke vogel zit op de juiste
plek. Toch weet ze ook de emoties goed te treffen, ik heb zelden een zo nukkige
en boze parkiet gezien. En Gijs die we alleen op zijn rug zien, is daar enige
gelijkenis met Herman van Veen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten