Wagentje
Maar Camille is vastberaden,
het moet doorgaan. Zoë weet dat er maar één ding opzit, ticket boeken en zo
snel mogelijk richting Frankrijk om zich bij Camille aan te sluiten. Dat van
die MS, daar is Zoë vreselijk van geschrokken. Op haar pelgrimage liep een man
met een heel handig wagentje, Martin. Ze leerden elkaar goed kennen, daarom
durft Zoë hem wel te vragen of ze dat wagentje kan lenen, voor Camille, als het
nodig is.
Stoep
Martin denkt onmiddellijk aan
Bernhard, de Duitse student die een verbeterde versie van het wagentje heeft
gemaakt. Beiden gaan apart (met wagentje) ook op weg naar Camille. Sarah,
Martins dochter, die met haar ziel onder de arm loopt, wil graag met haar vader
mee. En zo staan binnen een paar dagen na het eerste bericht vier mensen bij
Camille en Gilbert op de stoep. Allen vastbesloten ook naar Rome te lopen, of
in ieder geval een deel van de route mee te gaan.
Martin
Het karretje is niet nodig,
MS heeft Camilles lopen (nog) niet aangetast. Ze heeft vooral cognitieve
problemen, ze is vergeetachtig en waar ze een deel van een gebeurtenis kwijt
is, verzint ze zelf wel een waarheid. Iedereen moet wel aan elkaar wennen. Zoë
merkt al snel dat Sarah en Camille erg goed met elkaar op kunnen schieten. Dat
steekt haar, ze zou liever zelf meer met Camille lopen en praten. De hernieuwde
kennismaking met Martin verloopt echter boven verwachting. Drie jaar terug
heeft ze hem afgewezen, nu lijkt alles koek en ei.
Paus
En zo lopen ze naar Rome,
dertien weken lang. Camille hoopt de paus te ontmoeten, Zoë en Martin proberen
zich een toekomst samen voor te stellen, Sarah twijfelt over haar studie,
Bernhard twijfelt over alles en Gilbert houdt een oogje op het eten en de wijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten